Als je mij als 14-jarige had gevraagd hoe ome Koos van zijn achternaam heette, zou ik zonder blikken of blozen geantwoord hebben: de Slinger. En oom Adriaan heette Janus de Huppel. Dat de een Koos van Egmond was en de ander Adriaan de Mooij was mij volslagen onbekend. Geen wonder, want hun echtgenotes noemden hen ook zo. En hun nazaten heten nog steeds De Slinger en De Huppel.
Maar waarom heette Koos van Egmond nu "de Slinger"?
Arie van Egmond was in het begin van de vorige eeuw vuilnisman te Rijnsburg.
Als het vuil opgehaald werd, kondigde hij dat aan door te SLINGERen met een grote ratel. (Behoorde in die tijd tot de uitrusting van de vuilnisman). En dat resulteerde dan in zoiets als "Staat de vullesbak wel an de weg? Ai de Slinger komt eran!"
![]() |
Gereedschap van de vuilnisman rond 1920 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten