Nederland Zingt vers 6

En dan hadden ze nog wel gezegd dat ik geluk had, omdat ik niet bij Sierat was gekomen.
Ja, dat was de voorganger van kale Nico Berghout. Dat moet volgens de meesten die bij hem in de klas hebben gezeten ook een klootzak zijn geweest die met ijzeren vuist regeerde. De enige die het een beetje voor hem opnam was Arie de Vries, de oud-wethouder. Maar zelfs hij vond toch dat de man wel erg hard optrad. 


Had ik meester Van der Zwart maar gehad! 
Meester Van der  Zwart woonde bij ons in de Lange Steeg bij zijn broer Jan van der Zwart. Dat was een vriendelijke en aardige man. Toen ik nog klein was en hij leunend op zijn wandelstok bij ons voor de poort even stopte om op adem te komen,  aaide hij me wel eens over mijn kop en zei dan "Aaitje". 



       Meester Joh. van der Zwart  (1885 - 1954)                    In het huis met het * woonde Meester Van der Zwart                           


De oudere jongens een meiden vonden dat een geweldige meester. Ja, hij kon ook wel eens kwaad worden, vooral als hij zijn bijnaam "de kraai" hoorde, maar ze schenen hem toch op handen te dragen.Dat bleek ook wel toen men na zijn overlijden een inzameling hield om een steen op zijn graf te kunnen plaatsen.
Het graf werd enkele jaren geleden geruimd en ook zijn grafsteen is helaas verdwenen.

Spijtig genoeg was meester Van der Zwart al met pensioen gegaan voor ik op school kwam en na zijn vertrek was een paar maanden later, op 1 april 1946,  die hufter van een Berghout gekomen. 


Wat zei je?
Tel je daar zo'n 35 kinderen in de klas van meester Van der Zwart en 33 in een gecombineerde klas bij Sierat? 


2017 Overvolle klassen

En dat het daar dus wel altijd rumoerig zal zijn geweest?
Geloof me, je kon er meestentijds een speld horen vallen. 

In de vierde klas zat ik dus opgescheept met karhengst Berghout.
Goddank was die ellendeling na de zomervakantie verdwenen. Maar een opvolger was er nog niet en we kregen toen tijdelijk les van meester Den Dikken,  dat was  een sedert 1946 gepensioneerd oud-hoofd ener lagere school in Katwijk.
 
A. den Dikken
De beste man kon absoluut geen orde houden. We trokken ons helemaal niets van hem aan en iedereen liet hem tegen de banken praten. Zo nu en dan kwam de bovenmeester langs, meester Van den Berg, die de boel weer in de banken schreeuwde, maar hij had zijn kont nog niet gekeerd of het was weer een klerenherrie.

1953 - Anth. v.d. Berg en echtgenote






Het was bij meester Den Dikken zo’n rotzooitje, dat we dat jaar niet eens een kerstrapport kregen. De laatste paar maanden van dat schooljaar mochten we genieten van meester Schoonbeeg. Kon je ook lachen, want die speelde viool en daarbij mochten wij zingen. Nou, dat ging  minstens zo rottig als mijn eerste pogingen om kinderen een psalm te laten zingen bij een blokfluit. 


Het was werkelijk kattengejank wat die man liet horen. Soms leek het ook precies alsof hij met een krijtje over het schoolbord kraste. Dat ik ooit nog eens zou kunnen wegdromen bij een vioolconcert had ik toen echt voor absoluut onmogelijk gehouden.


Schoonbeeg en Minderhoud

Bovendien vond ook hij het nodig om eraan te herinneren hoe goed ik wel kon zingen.
Maar om een lang verhaal kort te maken, op mijn rapport prijkte aan het eind van het jaar één rood cijfer: een drie voor rekenen en dat betekende: zitten blijven!
Een schrale troost. Ik was niet de enige dat jaar en de overigen werden op een enkele uitzondering na voorwaardelijk bevorderd.

Ik verwachtte een gruwelijk pak slaag te krijgen en het duurde ook heel lang alvorens ik de weg van de school aan de Kerkweg naar de Lange Steeg had afgelegd.



School aan de Kerkweg, het vierde lokaal dat naar achteren was gebouwd, is op de foto niet zichtbaar.

Tot mijn stomme verbazing en opluchting werd het alleen voor kennisgeving aangenomen. Blijkbaar had meester Van den Berg er toch voor gezorgd dat de ouders van te voren waren  ingelicht en had hij verzachtende omstandigheden aangevoerd. Maar het kan natuurlijk ook zijn omdat er toch een 8 voor gedrag, een 9 voor psalmversje en een 9 voor bijbelse geschiedenis op het laatste rapport prijkten. Helaas, die telden niet mee en boden geen compensatie voor de rode 3.  Zo belangrijk was OLH dus niet. 

3 opmerkingen:

  1. Geen 10 voor je Psalmversje? Dat mocht bij ons absoluut niet voorkomen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. En dat allemaal in de tijd voor de feminisering van het onderwijs! Toen jongens nog jongens mochten zijn! 😉

    BeantwoordenVerwijderen